top of page
Tanzania / Burundi / Rwanda, januari-februari 2015
Travelreports

2 vingers in de lucht

We hebben moeite het paradijselijke Kipili achter ons te laten. Als we ons na een week weten los te rukken uit een ritme van luieren, lezen, zwemmen, zonnen, duiken, slapen en héél lekker eten ligt er flink stuk ruraal Tanzania voor ons. Een dirt road die varieert van slecht tot heel slecht, afhankelijk van de regen en de hoeveelheid voorgangers, brengt ons uiteindelijk in een kleine 3 dagen in Kigoma, Tanzania’s grootste havenstad aan de oever van het Tanganyika meer.

1000 hills

Kort daarvoor probeerde hij ons al middels groot licht iets duidelijk te maken, maar nu rijdt de chauffeur van de witte Toyota ons hoofdschuddend voorbij. Met zijn hand uit het raam laat hij zijn wijsvinger rondjes draaien in de lucht; omdraaien! In een mengelmoes van Engels/Frans en een heleboel inheemse talen begrijpen we dat de brug verderop is ingestort en dat er geen alternatieven zijn. We zullen 4 uur terug moeten hobbelen.. De in de auto aanwezige combinatie van onbedwingbare nieuwsgierigheid met een genetisch bepaalde eigenwijsheid maakt dat we toch even een kijkje willen nemen. Kijken kan geen kwaad, toch?!

TANZANIA | BURUNDI

2 VINGERS IN DE LUCHT

We hebben moeite het paradijselijke Kipili achter ons te laten. Als we ons na een week weten los te rukken uit een ritme van luieren, lezen, zwemmen, zonnen, duiken, slapen en héél lekker eten ligt er flink stuk ruraal Tanzania voor ons. Een dirt road die varieert van slecht tot heel slecht, afhankelijk van de regen en de hoeveelheid voorgangers, brengt ons uiteindelijk in een kleine 3 dagen in Kigoma, Tanzania’s grootste havenstad aan de oever van het Tanganyika meer.

De slavenkaravanen die de Arabieren enkele honderden jaren geleden realiseerden door het huidige Tanzania kende zijn aanvang (of eindpunt?) in Bagamoyo, voor de kust van Zanzibar. Via het centraal gelegen Tabora, was Ujiji (6km ten zuiden van Kigoma) het andere uiterste van deze route. Het was in Ujiji, waar Livingstone en Stanley elkaar ontmoetten en waar laatstgenoemde zijn befaamde ‘Dr. Livingstone, I pressume’ uitsprak. Een monument met een indrukwekkende toegangsprijs herinnert hier aan.

In Kigoma kamperen we op Jakobsen Beach, een paar kilometer buiten de stad. Een oude Noorse expat runt hier een guesthouse met een kleine campsite. De campsite wordt permanent bewoond door een flinke groep Vervet Monkeys en een paar bijna knuffelbare zebra’s. De mannelijke apen dragen een stel indrukwekkend grote, hemelsblauwe testikels met zich mee, tegen het fluoriscerende aan. Pas later leren we dat die kleur alleen bij sexuele opwinding getoond wordt, en dus dat we in retrospect getuigen zijn geweest van een 3 dagen durende orgie.

 

Het is echter het strandje, een paar stappen naar beneden van de campsite, dat imponeert. Het is simpelweg perfect. Een klein baaitje van het Tanganyika meer huist kraakhelder water.  Tientallen meters ín het water sta je nog steeds pas tot je middel en tegen de avond krijg je een schitterende zonsondergang voorgeschoteld. Terwijl de vissersbootjes rustig terugtuffen naar hun haven zakt de zon aan het einde van onze infinity pool achter de Congolese bergen die een soort oranje-roze nevel aannemen. En in de ochtend kun je er heerlijk nakend poedelen, wat er komt werkelijk niemand!

De weg naar Burundi leidt ons de bergen in. We komen terecht in een wereld van in mist gehulde bergweggetjes die de lokale bevolking op hun fiets beslecht. Het is overduidelijk de ideale voedingsbodem voor bananen en ananassen, dat verraden de manshoge voorraden op de vele marktjes. En dan zijn we in Burundi, het land dat vooral het nieuws weet te halen vanwege haar instabiele veiligheidssituatie.

De weg houdt hier letterlijk op. Wat overblijft is een rode klei massa die ons uiteindelijk in een klein bergstadje brengt waar we onze papieren in orde kunnen maken. Door een kleine dwaling van de navigator staan we opeens midden op de markt met onze lompe auto. De gigantische mensenmassa slokt ons vrijwel direct op en we kunnen niet voor- of achteruit. Burundi is met haar noordelijk buur Rwanda het enige Francofone land in Oost-Afrika. Daar ons Frans slechts een petit peu acte de presence geeft is het vooral handen en voeten werk. En dus is een schaapachtige lach essentieel. Stapvoets rijden we uiteindelijk voorbij de tomaten, geiten, kippen, mango’s en tal van ondefinieerbare hopen. Dit hadden we op de Albert Cuyp niet moeten proberen.

We rijden naar Bujumbura, de hoofdstad van Burundi, langs de steile oevers van nog steeds hetzelfde Tanganyika meer. De potholes winnen het hier procentueel ruim van het wel aanwezige asfalt dus onze gang is langzaam, maar het hindert niet. Dicht beboste hellingen met palmbomen gaan hier naadloos over in het blauwe zoete water, een ongewoon mooi gezicht. Burundi, en Bujumbura in het bijzonder brengt een wat ambivalent gevoel met zich mee. De hoofdstad is met haar brede avenues en uitnodigende laagbouw een voor het oog prettige stad. Het huist aantrekkelijke restaurantjes en overal zijn croissantjes en echte Vlaamse frieten te vinden, een overblijfsel van haar voormalig bezetter. De mensen zijn vriendelijk, geïnteresseerd en er wordt veel gelachen. Tegelijkertijd rijden VN-wagens, grof bewapende militairen, Rode Kruis convooien en allerhande NGO terreinauto’s en masse over deze zelfde avenues. Langs de hoofdweg komen we verscheidene borden van vluchtelingenkampen tegen en ook een groot bord van ‘Warchild Holland’, hier hadden Marco B. en Ali het dus over.

Het land is verscheurd en herstellende van een langdurige burgeroorloog. Nieuw geweld, in de aanloop naar de presidentsverkiezingen media dit jaar, dient zich al weer aan. Hoewel we ons veilig wanen op straat geeft het machtsvertoon en de voorkennis ons bezoek een argwanend randje, ‘als dit maar goed gaat..’. Burundi heeft ons verrast met haar schoonheid, de wegen door het land zijn als door schilderijen. Bujumbura daarentegen gaat na 2 dagen wat op je zenuwen werken.

Een nachtelijke schietpartij op de stoep van ons hotel voedt onze onrust en we besluiten het ontbijt over te slaan en vaart te maken richting Rwanda, zo’n 150km naar het noorden. We kijken uit naar de thee- en koffieplantages, de duizenden heuvels en miljoenen lachende gezichten. Nog zo'n wrang ambivalent voorgevoel..

Tanzania, 2 vingers

RWANDA

A THOUSAND HILLS

Kort daarvoor probeerde hij ons al middels groot licht iets duidelijk te maken, maar nu rijdt de chauffeur van de witte Toyota ons hoofdschuddend voorbij. Met zijn hand uit het raam laat hij zijn wijsvinger rondjes draaien in de lucht; omdraaien! In een mengelmoes van Engels/Frans en een heleboel inheemse talen begrijpen we dat de brug verderop is ingestort en dat er geen alternatieven zijn. We zullen 4 uur terug moeten hobbelen.. De in de auto aanwezige combinatie van onbedwingbare nieuwsgierigheid met een genetisch bepaalde eigenwijsheid maakt dat we toch even een kijkje willen nemen. Kijken kan geen kwaad, toch?!

 

Even verderop treffen we een totale chaos. Het stalen frame van wat een Duitse brug is geweest, is geknakt onder het gewicht van een truck. Alle omliggende dorpen zijn uitgelopen en het is er een drukte van jewelste. We willen al bijna terug in de auto stappen om aan een gelaten terugtocht te beginnen, als we een pick-up vol Chinezen bij het plaats delict zien aankomen. We hebben al veel Chinees werk gezien in Afrika, maar doorgaans liggen de Chinezen zelf vanuit hun auto toezicht te houden op de wegwerkzaamheden. China is de veroorzaker van enkele zeer goede wegen in Afrika, en de eerlijkheid gebied te zeggen dat we daar af en toe met dankbaarheid gebruik van maken. Even kijken wat ze nu voor ons in petto hebben..

 

Wat volgt is een schitterende voorstelling. De Chinese voorman rent onmiddellijk naar de greppel waarop de oorspronkelijke brug gespannen was en begint bevelen te schreeuwen. Het hele dorp lijkt opeens aangestuurd te worden. Vanuit beide kanten komen graafmachines, vrachtwagens en shovels aangereden. In wat werkelijk oogt als een gecoördineerde reddings-operatie wordt binnen een mum van tijd een nieuwe doorgang gecreëerd. We staan gefascineerd te kijken en na 1,5 uur zijn wij de eerste auto die het mogen wagen.

 

We zijn in Rwanda, naar eigen zeggen het land van ‘thousand hills and a million smiles’. Dat laatste lijkt nog niet helemaal te kloppen, maar het eerste des te meer. Overal waar we kijken zien we groene heuvels tegen elkaar afsteken. De vruchtbare grond vraagt om cultivatie en dat is precies wat de Rwandezen met elke vierkante meter gedaan hebben. De heuvels, hoog of laag, zijn zonder uitzondering uitgedost als schaakbord met groene en bruine vlakken. Hellingen waar ze in de Alpen zonder twijfel een zwarte piste van zouden maken, worden hier met 1 handje tegen de bergwand netjes geschoffeld. De hoogteverschillen bieden tevens huis aan verscheidene kamikaze-fietsers. We hebben inmiddels al vele doeleinden van de tweewieler gezien en staan dan ook niet meer te kijken van een koe, bed of kastdeur op de bagagedrager. Maar niet eerder hebben we deze gevaarten met duizelingwekkende snelheden de afdaling in zien gaan. Op de slingerende wegen komen we met enige regelmaat een fietser tegen die zich, het noodlot tartend, plat de bocht in werpt met een complete aardappelfabriek achterop. Soms schreeuwen ze nog iets in het Kirundu in het voorbijgaan.

 

 We volgen een slechte weg langs Lake Kivu en worden getrakteerd op de ene na de andere ansichtkaart. Lake Kivu is één van Afrika’s grote meren langs de Rift-Vallei en de natuurlijke grens met het Westelijk gelegen Congo. Het diep blauwe water huist honderden kleine eilandjes en het grillig verloop van de oevers doet denken dat een grote macht duizenden jaren geleden een héle grote pot blauwe verf heeft laten vallen.

 

Het is op deze plekken dat de onverteerbare gedachte opkomt aan wat er zich hier in de recente geschiedenis heeft afgespeeld. De herinnering is overal. Elke dorpje heeft een eigen gedenkplaats dat niet te missen in beeld komt als je er doorheen rijdt. Op de velden buiten elke noemenswaardige stad werken gevangen in oranje en roze uniforms, de roze uniforms worden gedragen door de ‘daders’. Te vaak zien we mensen die één of meerdere ledematen missen. En na het bezoeken van een 2-tal memorials lijkt het wel alsof de genocide een grote pijnlijke wond is die pontificaal op tafel wordt gelegd om hem op een vreemde manier te omarmen. Rwanda is de genocide, de herinnering is er, maar nu gaan we verder..

 

Maar de werkelijkheid blijkt anders als we Precious (misschien niet helemaal haar echte naam..) spreken, een Rwandese die na de moord op haar vooraanstaande Tutsi-vader is opgegroeid in Amerika. Terug op geboortegrond doet ze onderzoek naar de psychologische impact 20 jaar na dato. Waar de regering haar uiterste best doet voor een verenigd Rwanda, is de verdeeldheid in met name de oude generatie nog onverminderd aanwezig. Sommige genocide plegers geven ruiterlijk toe nog altijd achter hun daden te staan en het vertrouwen tussen Hutu’s en Tutsi’s (hoewel dit onderscheid niet meer gemaakt mag worden) is simpelweg, ook in jongere generaties, maar mondjesmaat aanwezig. Voldoende reden voor honderden NGO’s en schuldbewuste overheden om het rondtoeren in de duurste Landcruisers door Rwanda nog ettelijke jaren voort te zetten.

 

We besluiten de ‘Bisoke’ te beklimmen. De noordelijke grens van Rwanda kenmerkt zich door een vulkanenmassief waarvan de Bisoke met haar 3700m één van de hogere is. De verzamelplaats voor deze wandeling zijn de Headquarters van het Vulcanoes NP, dé gorilla-hotspot van Afrika. In de vroege ochtend, als wij ons klaarmaken voor onze monsterlijke inspanning, komen hier tientallen safari-wagens tot stilstand om en masse een oudere generatie welvarende blanken uit te laten die gorilla’s gaan ‘tracken’. Rwanda rekent $750,- pp voor een tocht naar deze unieke primaten en harkt op jaarbasis een kleine 15 miljoen dollar binnen, lucratieve apen.. De blanke deelnemers kenmerken zicht zonder uitzondering door hun afritsbroek, spiksplinternieuwe bergschoenen met dito wandelstokken en een zonnehoedje. Een bizar stukje gelokaliseerd toerisme. Om budgetaire redenen lopen we óm de gorilla’s heen richting de top van de Bisoke, een tergend steile tocht die ons tot een ander soort apengapen dwingt. Voldaan en krom van de spierpijn verlaten we Rwanda de volgende dag om één van Oost-Afrika’s highlights te betreden, Oeganda.

Rwanda, 1000 hills
bottom of page